Eduard_Karel_Korthalsjpg

Geschiedenis en Ras informatie 

 
De Korthals Griffon dankt zijn naam en bestaan aan Eduard Karel Korthals
(1851-1896), zoon van een rijke Amsterdamse reder. Hij was een man die
alleen voor honden, kynologie en de jacht leefde. Zijn hele leven heeft hij daaraan
gewijd.


Reeds op twintigjarige leeftijd gaf hij blijk van zijn vaste voornemen om jachthonden te gaan fokken.
Zijn “Eerste Kennelboek”, dat nog steeds in het bezit is van de Nederlandse Korthals Griffon Club, dateert al van januari 1872. In 1874 begon hij met de opbouw van een constant verervend, ruwharig jachthondenras. In dat jaar koopt hij van zijn vriend Amand een zevenjarige teef, genaamd Mouche en de driejarige reu Hector. Uit deze combinatie worden in september van hetzelfde jaar de eerste Korthals Griffons geboren.
Door zorgvuldige fokkeuze en voortdurende selectie wilde hij bepaalde raskenmerken vastleggen. Het doel dat hem voor ogen stond was een onverschrokken, harde en snelle hond met een scherpe neus, spoorvast, die graag te water gaat.

Tussen 1874 en 1886 is hem dit gelukt, dankzij enorme praktische kennis, een rijke
ervaring met jachthonden, goed inzicht in de erfelijkheidsmogelijkheden, een groot
doorzettingsvermogen en de beschikking over voldoende financiële middelen.

Hij noemde deze hond: Griffon. Dit was de naam die reeds eeuwenlang in West-
Europa werd gebruikt voor ruwharige honden van verschillend slag.

Op 29 Juli 1888 richtte hij met een groot aantal ander Griffonliefhebbers een Europese rashondenvereniging op die de “Griffonclub” werd genoemd. De club begon met twee nieuwigheden: zij organiseerde veldwedstrijden in het voor- en najaar en gaf een Griffon Stamboek uit waarin alle raszuivere Korthals Griffons werden opgenomen. Deze club heeft de twee wereldoorlogen helaas niet overleefd.

Momenteel zijn er gelukkig weer Griffonclubs in Nederland, Duitsland, België, Frankrijk, Italië, Denemarken,

Noord-Amerika (VS en Canada) en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland. De raskenmerken van de Korthals Griffon zijn in oktober 1887 te Mainz door 16 erkende fokkers protocollair vastgelegd en zijn sindsdien niet gewijzigd. Dit ras is derhalve één van de oudste jachthondenrassen en misschien zelfs wel het oudste jachthondenras op het continent.


Het Karakter en Exterieur 
De Griffon is een temperamentvolle veelzijdige staande jachthond, zowel voor als na
het schot. Wanneer de Griffon voldoende beweging en mentale uitdaging heeft gehad, is het een rustige huishond. Ook als u niet jaagt, kunt u een Korthals Griffon op een fijne wijze deelgenoot laten zijn van uw gezin. U dient uw hond wel op te voeden in de lijn waarvoor deze is gefokt. Ons advies is om met een Puppy Jachthondentraining te starten. Deze sluit prima aan op de opvoeding zoals de pup al van haar moeder en ons heeft ontvangen. Wij kunnen u hier prima over adviseren. Zie ook de website van de KNJV Jachthonden Opleiding Oost Gelderland Groep Terborg. Het gemis van de hond om echt te kunnen jagen moet u compenseren door oefeningen te doen in de vorm van apporteerwerk in vele vormen. Griffons houden van uitdagingen, leren snel, zijn erg lief, zijn enorm gericht op u als baas en willen alles voor u doen. De expressie van een Korthals Griffon komt bijna menselijk over. Een goed gesocialiseerde Korthals Griffon is een echte kindervriend en kunt u overal mee naar toe nemen.

Het is een hond met een prima neus, die rotsvast voorstaat, goed onder appel staat en alles te land of te water apporteert. Hij mag dan ook geen
watervrees hebben. Hij is bovendien in de winter tegen koude en vorst bestand en ondanks zijn temperament en jachtpassie kan hij lang afliggen
en op post zitten. Zijn kleur is blauwgrijs met bruin, grauw met bruine platen of eenkleurig bruin, dan wel bruin met grijs doorschoten. Wit met bruine kop is ook toegestaan, doch komt dit erg weinig voor. 

Op de kop ruig dicht haar en bovendien een garnituur (snor en baard) om de snuit. In Holland werden zij daarom
smousbaarden of ruigbaarden genoemd. De Korthals Griffon is een draadharige hond die uit zichzelf moeilijk verhaart. Dit vachttype beschermt de hond tegen weersinvloeden en struikgewas tijdens de jacht. Voor u als baas betekent dit, dat de hond een wekelijkse borstelbeurt nodig heeft. Bovendien moet de hond ongeveer twee keer per jaar getrimd worden. U kunt de hond naar de trimsalon brengen. U kunt ook zelf leren trimmen. 

De hond moet rechthoekig gebouwd zijn, d.w.z. ongeveer 10% langer dan hoog. De stokmaat van de teven is 50 - 55 cm en van de
reuen 55 - 60 cm. Hij heeft bij voorkeur donkere ogen. Het gewicht varieert tussen de 25 en 35 kg.

Wij adviseren u ook om de website van de Nederlandse Korthals Griffon Club te bezoeken voor aanvullende informatie.

De meest  actuele informatie is te vinden via onze facebookpagina, Korthals Griffon Kennel van de Notenhof.

www.facebook.com/kennelvandenotenhof

 www.griffonkorthals.nl

Helma en Henny van Gils